Weerbaarheid: Zelfstandigheid stimuleren bij je kind
Het belang van zelfstandigheid
Zelfstandigheid geeft je kind het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Wanneer je kind een taak zelfstandig mag uitvoeren, leert je kind omgaan met succes en fouten maken. Als hij de taak tot een goed einde volbracht heeft, geeft dat een boost aan zijn zelfvertrouwen. Het is heel belangrijk dat je als ouder je kind de ruimte en het vertrouwen heeft om te experimenteren. Op die manier leert je kind problemen zelf oplossen.
Het is niet wenselijk dat je als ouder té lang alles voor je kind blijft doen. Op die manier leert je kind niks bij en blijft het afhankelijk van de hulp van volwassenen.
Kinderen die positief gestimuleerd worden om zelfstandig zaken aan te pakken worden ook actiever, ondernemender, weerbaarder. Door de ervaringen die ze opdoen worden de hersenen gestimuleerd.
Tot de kleuterleeftijd gaat zelfstandigheid vooral over praktische vaardigheden aanleren. Maar het is ook belangrijk dat ze complexere taken voorgeschoteld krijgen die ze zelfstandig kunnen aanpakken. Op die manier kunnen ze hun probleemoplossend denken oefenen.
Wat kan je kind allemaal al?
Je kan reeds vroeg beginnen met het stimuleren van zelfstandigheid bij je kind. Als ouder is het belangrijk dat je weet wat je kind reeds kan, want elk kind is anders. Dit kan je te weten komen door goed te observeren. Wanneer je weet wat je kind kan, kan je daar op inspelen.
-
Baby’s
Bij je baby komt het stimuleren van zelfstandigheid vooral neer op het aanbieden van zoveel mogelijk ervaringen. Zet je kind in verschillende houdingen en omgevingen. Bied niet al het speelgoed in een keer aan. Stop wat speelgoed terug in de kast. Wanneer je kind wat uitgekeken is op het speelgoed, kan je het nieuw speelgoed aanbieden. Het is ook niet erg dat je kind veel met hetzelfde speelgoed speelt, op die manier leert het de vaardigheden die hij nodig heeft verder in.
-
Peuters en kleuters
Peuters en kleuters willen de wereld ontdekken en verkennen. Belangrijk is hierbij om kansen en ruimte te creëren voor je kind. Peuters willen al gauw alles “zelf doen”. Dit is heel belangrijk voor het kind maar ook heel vermoeiend en lastig voor de ouder. Voor het kind is dit een eerste stap naar zijn zelfstandigheid. Hoe meer je hem/haar zelf laat doen, hoe meer eigenwaarde en zelfvertrouwen het kind krijgt. Dit wil echter niet zeggen dat je daarom alles moet toelaten, wanneer jij vindt dat de situatie te gevaarlijk is moet je ingrijpen.
Zoek dan naar andere situaties waar je kind zijn vaardigheden kan oefenen. Soms is er ook geen tijd voor om je peuter alles zelf te doen. Dit kan je oplossen door hem kleine taakjes te geven: als jij je jas aandoet, dan neem ik alvast je rugzakje.
-
Lagere schoolkinderen
Tijdens de lagere schoolleeftijd wordt de wereld van het kind groter en groter. Op dat moment is zelfvertrouwen erg belangrijk voor kinderen, kinderen hebben zelfvertrouwen nodig om stappen te zetten zoals de eerste keer naar een jeugd-of sportbeweging. Zelfvertrouwen betekent dat een kind weet wat hij kan, dat hij vertrouwen heeft in de dingen die hij doet zoals: “Het zal mij wel lukken om naar de bakker om brood te gaan.”; “Morgen heb ik een toets maar ik zal het wel kunnen.”
Je geeft het kind het meest zelfvertrouwen door positief te zijn, complimentjes te geven maar ook wel eerlijk te zijn. Zeg het kind ook wat er fout ging. Zo leert het kind zijn talenten maar ook zijn fouten kennen.
Daarnaast is het ook belangrijk dat je interesse toont voor wat je kind doet en meemaakt. Kijk en luister naar je kind maar praat ook met hem en doe dingen samen. Laat je kind vertellen hoe het op school was, vraag wie gewonnen heeft bij het voetballen, ga samen winkelen of help bij het huiswerk. Door deze zaken voelen kinderen dat ouders naar hen luisteren, voor hen zorgen en dat ze bij hen terecht kunnen. Complimentjes, aandacht en steun blijven belangrijk.
10 Tips om de zelfstandigheid bij je kind te stimuleren
-
tip 1: Spelen in een uitdagende omgeving
Kinderen leren zelfstandig worden door te spelen, ze leren al spelend. Dus is het belangrijk dat je kind in een stimulerende omgeving met genoeg uitdagend materiaal terecht komt. In deze omgeving moet het kind op ontdekking mogen gaan. Je stimuleert kinderen door ze dingen te laten doen die net iets té moeilijk zijn. Want wanneer het veel te gemakkelijk is, leren ze niks en wanneer het veel te moeilijk is worden ze gefrustreerd en leren ze ook niks. Zoek een goed evenwicht is de opdracht en dat verschilt van kind tot kind.
-
Tip 2: Geef het goede voorbeeld
Kinderen leren heel veel uit de voorbeelden die ze krijgen. Dus jij als ouder bent hun voorbeeld. Jij kan tonen hoe ze de zaken kunnen aanpakken. Hoe ze kunnen leren uit hun fouten. Hoe ze zaken stap voor stap kunnen aanpakken...
-
Tip 3: Geef opdrachtjes
Stimuleer je kind om basisvaardigheden uit te voeren. Laat je kind zichzelf aankleden, zijn kleren kiezen, drinken pakken, boterhammen smeren, brooddoos maken, veters binden…
Wanneer je kind al veel basisvaardigheden onder de knie heeft, kan je hem al taakjes geven. bv. Meehelpen koken, meewerken in de tuin, opruimen speelgoed, tafel dekken of afruimen…
Hoe ouder je kind is, hoe moeilijker en langer de taken kunnen duren. Maar zorg ervoor dat je kind succes kan boeken, dat de opdrachten op maat zijn van wat je kind al kan.
Hier kan je al vroeg mee beginnen, zelfs peuters en kleuters helpen graag mee met hun ouders.
-
Tip 4: Deel de opdrachten op in kleinere stapjes
Sommige opdrachten zijn te ingewikkeld om in één keer te leren. Bijvoorbeeld veters strikken, mee helpen koken, werken in de tuin…
Als dat zich voor doet, deel dan de opdracht in kleinere stappen op.
Dit kan je zo doen
* Doe het voor als je kind niet weet hoe het moet en laat het daarna zelf proberen.
* Vraag je kind wat de eerste stap is: ‘Waarmee moet je beginnen als we cake bakken?’
* Vertel het hem als hij het niet meer weet: ‘Eerst lezen we het recept. We kijken wat we allemaal nodig hebben en zetten het klaar.’ Daarna…
* Prijs je kind als het meehelpt. Geef een compliment voor de inzet. Dan groeit zijn zelfvertrouwen.
Doe dit bij elke deelstap van de grote opdracht. Herhaal dit regelmatig maar geef als maar minder hulp.
-
Tip 5: Fouten maken mag en neem de tijd
Wanneer je kind dingen alleen probeert te doen, loopt er meer dan eens iets fout. Je kind laat dingen vallen, doet zichzelf soms pijn, zet dingen op de verkeerd plaats terug… Dit is een onderdeel van het leerproces. Stel je kind gerust. Leren doe je alleen maar uit je fouten. Leer je kind dat fouten deel uitmaakt van zijn leerproces en dat dit helemaal niet erg is.
Wanneer je kind de dingen zelf wil doen, vraagt dat meer tijd dan dat jij het doet. Wanneer er niet voldoende tijd is kan je het snel zelf doen. Dat is helemaal niet erg, maar zorg ervoor dat je extra tijd in calculeert zodat je kind zelf dingen kan doen.
-
Tip 6: Begeleiden, niet leiden
Tijdens het leerproces van je kind, zal het zeker en vast onderweg gefrustreerd geraken. Het kan zijn dat je kind heel boos wordt. Probeer als ouder dan rustig te blijven en de taak niet over te nemen. Want dan leer je je kind op te geven in plaats van vol te houden.
Zoek samen naar oplossingen, verdeel de taak op in deeltaken, Doe de opdracht samen, spreek je vertrouwen in je kind uit, moedig je kind aan.
-
Tip 7: Geef complimenten
Een compliment geven, doet je kind groeien en heeft een boost aan zijn zelfvertrouwen. Let er op dat je complimenten gemeend zijn. Geef complimenten over het proces, de weg er naar toe en niet alleen over het resultaat. Wanneer je de inspanningen die je kind levert, waardeert, gelooft je kind in zijn eigen kunnen. En daardoor durft het meer dingen uitproberen.
-
Tip 8 Betrek bij het dagelijks leven buitenshuis
Naarmate je kind ouder wordt, wordt zijn wereld steeds groter. Laat je kind ook dingen alleen doen buitenshuis. Laat hem eens alleen naar de bakker gaan, laat hem op een fietstochtje eens een stukje voorop fietsen. Laat je kind al eens een tijdje alleen thuis blijven… Bouw dit langzaam maar zeker uit, geef je kind ook hier veel oefenkansen. En neen niet alles zal van de eerste keer lukken.
-
Tip 9: (sociale) regels leren
Wanneer je kind meer vrijheden krijgt en dingen alleen mag doen, is het belangrijk dat het de regels kent waar hij zich moet aan houden. Er zijn heel veel regels waar we ons aan moeten houden. Sommige zijn heel duidelijk en andere wat minder. Jij als ouder moeten daarin het goede voorbeeld zijn. Leg aan je kind de regels uit, wat je kind moet doen in een welbepaalde situatie en waarom. Wanneer het eens mis loopt, is het belangrijk dat je je kind wijst op de gevolgen van zijn gedrag naar anderen toe, maar beoordeel je kind zelf niet als stout.
-
Tip 10: Eigen dingen laten doen
Naarmate je kind ouder wordt, is het belangrijk dat het als maar meer ruimte krijgt om eigen dingen te doen. Laat je kind zijn eigen hobby kiezen, laat het eens bij zijn vrienden slapen, zelf zijn kleren kopen, alleen naar de film gaan… Dit wil niet zeggen dat je kind nu alles zelf kan beslissen en doen waar het zin in heeft. Als ouder volg je je kind en bespreek je met hem de dingen die hij wil doen. En soms moet je ook dingen verbieden als jij als ouder je kind daar nog te jong voor vindt of wanneer de situatie te onveilig aanvoelt.