Pesten: Hoe kunnen we helpen?

Pesten: hoe kunnen we helpen

Wat is pesten?

Pesten is gewelddadig en meestal herhaald gedrag van 1 of meerder personen, met de bedoeling de andere te kwetsen. De schade kan fysiek, sociaal, psychologisch zijn.

Wie gepest wordt, kan zich meestal niet verdedigen. Er is sprake van een ongelijke machtsverhouding. De pester wil macht krijgen en houden over de gepeste.

Wat is plagen?

Plagen gebeurt spontaan en duurt niet lang. De beide partijen doen het en zijn gelijk aan elkaar. Het gaat om humor en aandacht vragen. Bij plagen zijn de machtsverhoudingen gelijk. Plagen is niet altijd leuk, maar het is niet de bedoeling om iemand te kwetsen.

Wat is ruzie maken?

Ruzie maken is een moment waarop mensen boos zijn op elkaar en vervelend doen tegen elkaar. Iedereen maakt wel eens ruzie en dit hoeft geen probleem te zijn. Een ruzie hoeft niet eeuwig te duren, kan opgelost worden. Je kan er ook uit leren.

Waarom pesten kinderen?

Kinderen die anderen pesten, zijn op meestal op zoek naar macht. De pester rekent erop dat de andere leerlingen (meelopers) niet tussenbeide komt of net meedoen. De pester is vaak iemand die zelf gepest werd. Ze lijken dikwijls heel zelfzeker maar eigenlijk zijn ze onzeker. Soms doen ze een andere pester na omdat ze denken dat ze op die manier populair zijn.

De pesters hebben niet veel nodig om iemand te pesten. Ze vinden heel snel een reden om het te doen.

  • De manier van spreken of houding

  • Slechte of net te goede schoolresultaten

  • Etnische afkomst: huidskleur, geloof, taal…

  • Socio – economische factoren: beroep ouders, armoede…

  • De vriendenkring

  • De kledij, een bril dragen

  • ...

Vormen van pesten

Pesten neemt verschillende vormen aan. Het gebeurt in levende lijve, maar kan ook via de elektronische, geschreven of een andere weg.

  • Verbaal pesten: schelden, dreigen, kwetsende opmerkingen maken…

  • Fysiek pesten: duwen, slaan, schoppen, haren trekken…

  • Materieel pesten: materiaal stuk maken, dingen afnemen…

  • Sociaal pesten: uitsluiten, roddelen…

  • Elektronische pesten of cyberpesten: beledigende foto’s of berichten posten, in naam van de gepeste dingen verspreiden via Facebook…

Hoe herken je de signalen van pesten?

Het is belangrijk dat wij als ouders alert zijn voor de signalen die pestslachtoffers uitsturen. Wanneer je kind deze zaken vertoont, kan het zijn dat het slachtoffer is van een pester.

  • Komt thuis met kapotte fiets, kleren, gsm of boeken

  • Heeft plots veelvuldig blauwe plekken en schrammen

  • neemt geen klasgenootjes mee

  • is bang om naar school te gaan

  • kiest een onlogische route van en naar school

  • slaapt onrustig en heeft rare dromen

  • vraagt en/of steelt geld van familie

  • wordt niet uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes

  • overspannen en gestrest op zondagavond of aan het einde van een vakantie

Heel dikwijls is er meer nodig om het pesten te doen stoppen. Spreek er over met de leerkrachten op school.

Wat kan je doen als ouder?

  • Leer je kind het verschil tussen plagen, pesten en ruzie maken.

Het is belangrijk dat je kind weet wat het verschil is. Op die manier kunnen ze signalen sneller en beter opvangen.

  • Wees zelf het goede voorbeeld.

Praat zelf niet denigrerend over anderen waar kinderen bij zijn. Besteed veel aandacht aan het gewenste gedrag. Laat je kind zien hoe het het op een leuke, toffe manier met anderen kan omgaan.

  • Laat merken dat pesten niet door de beugel kan.

Laat duidelijk merken aan je kind dat je dit gedrag afkeurt en dat er iets mee gaat gebeuren. Zorg ervoor dat je zelf rustig blijft.

  • Neem het verhaal ernstig. Dan voelt je kind dat het niet alleen staat dat biedt troost.

Het is niet gemakkelijk voor je kind om dit te vertellen, wees dus een luisterend oor. Vraag wat er precies gebeurd is. Hoe het is gekomen en hoe lang het al bezig is. Minimaliseer niet wat je kind voelt. Het is normaal dat je kind zich verdrietig, boos of bang voelt. Neem de gevoelens van je kind ernstig. Op die manier weet je kind dat het altijd bij jou terecht kan.

  • Geef je kind nooit de schuld. Toon begrip.

Zeg aan je kind dat hij niet de schuldige is, maar dat de pester schuldig is. Er is geen enkele goede reden om gepest te worden. Zeg dat pesten nooit oké is. Geef je kind ook niet de raad om terug te vechten of meer op te komen voor zichzelf. Anders geef je aan je kind de boodschap dat het zijn schuld is dat hij gepest wordt.

  • Bespreek de stappen die je zal ondernemen. Zo geef je je kind weer hoop.

Doe niks waarmee je kind niet akkoord is. Bespreek samen met je kind wat er vertelt wordt op school. Op die manier weet je kind dat je te vertrouwen bent.

Ga in gesprek met de school en vraag hen om stappen te ondernemen die het pesten niet erger maken. Bespreek het pesten nooit rechtstreeks met de pester of zijn ouders. Dit kan er voor zorgen dat je kind nog meer gepest wordt. Stimuleer je kind om ondertussen met andere kinderen om te gaan. Nodig eens andere kinderen van de klas thuis uit.