Opvoeden: A hell of a job?

olifanten

Doe ik het wel goed genoeg? Geef ik mijn kinderen voldoende kansen? Ben ik niet te streng of net te laks? Waarom is mijn kind ongelukkig? Ligt het aan mij? Doe ik iets verkeerd? Hoe komt het dat mijn zoon of dochter niet tegen mij spreekt? Ben ik echt zo’n grote zaag? Waarom wil ik, mijn kinderen ‘pleasen’? Hoe komt het dat ik het moeilijk vind om grenzen te stellen? Waarom laat ik ze soms over me heen lopen? Wil ik echt de vriend(in) van mijn kinderen zijn? Hoe komt het dat ik mij niet ‘autoritair’ durf op te stellen? Is het omdat aan dit woord een ‘vieze’ connotatie hangt?

Bij de geboorte van je kind heb je geen handleiding meegekregen, misschien jammer, maar oh zo boeiend. Opvoeden doe je met vallen en opstaan. Je maakt fouten en achteraf heb je er spijt van. Goed zo! want op die manier kan je ze herstellen, zo leer je je kinderen heel veel.

Maar misschien is het toch de tijdsgeest en moeten we allemaal 'a big happy family' zijn. Onze kinderen mogen niet meer verdrietig zijn. Want wanneer je kind verdrietig is, schiet je vaak in een kramp en wil je dat dit snel overgaat. Je moet over alles kunnen praten, dus ook met je kinderen. Maar wat als zij dat niet zien zitten of dat niet willen, wat dan? Dan ga je twijfelen aan jezelf en voel je zo onzeker.

Soms heb je van die periodes waarin niks loopt zoals het zou moeten. En dan, net dan, komt dat duiveltje naar boven. ‘Je bakt er niks van als ouder. De anderen doen het veel beter. Bij Jan, Piet of Pol loopt alles precies van een leien dakje. Zij hebben wél een goede band met hun kinderen...’

Van overal word je precies bestookt met een ideaalbeeld. Maar diep van binnen weet je dat dit niet strookt met de werkelijkheid. Dat het gras altijd groener is aan de overkant, maar toch…

Je doet je stinkende best en toch wil het maar niet vlotten. Je kinderen willen niet luisteren, je valt telkens in dezelfde discussie met je tiener. Je weet ook dat je kind duidelijke regels nodig heeft. En dat ze daar eigenlijk weinig moeite mee hebben, dat ze snakken naar die duidelijkheid. Dat het rust brengt bij hen en bij jou. Maar toch vind jij dat precies lastig. Je wilt alles uitleggen. Je wilt dat ze begrijpen Waarom?, Hoe?, Wanneer? en Wat? je doet. Maar onze kinderen willen dit niet altijd. Soms moet je zwijgen en doen wat er afgesproken is. Moeilijk hé!

Maar dat kan je net niet. Wat doe je wanneer je kind begint te morrelen? Je begint te onderhandelen en jezelf in nesten te werken. Komt dit omdat je schuldgevoel dan opspringt of is het je onzekerheid? Je bent bang om in conflict te zitten met jouw lieverdjes. Is het niet?

De twijfel slaat toe. Maar niet getreurd je bent niet alleen. In elk gezin zijn er van die momenten, maar niemand hangt graag zijn vuile was buiten. En laten we eerlijk zijn, wanneer het moeilijk loopt, ga je daar niet mee te koop lopen. Je wilt dit allemaal zelf oplossen want dit hoort zo, niet?

Heb ik ook allemaal gedaan. En tot mijn grote spijt moest ik vaststellen dat ik er niet gelukkiger van werd, dat ik nog meer ging twijfelen of ik het wel goed genoeg deed.

Zo kan het niet verder, dus iets ondernemen. Dit hoeft niet groots en spectaculair te zijn, maar je moet het aanpakken. Ja, hoe begin je daar nu aan, makkelijker gezegd dan gedaan, zou je zo denken. Maar niks is minder waar. De eerste stap die je kan zetten, is een klankbord zoeken. Iemand waarbij je je verhaal kwijt kan, iemand die niet zal oordelen. Dat kan je lief, je man, je vrouw, je vrienden, je broer, je zus, je ouders of… zijn. Het lucht echt op wanneer je hoort dat je niet de enige bent die aan het worstelen is met ‘het ouderschap’. Misschien is dit voldoende voor een bepaalde tijd, maar is daarmee alles opgelost? Misschien wel, misschien niet.

Soms blijft het knagen en voel je dat praten alleen niet voldoende is. Dan is het goed om eens bij jezelf na te gaan wat je nog kan helpen. Want in om het even welke relatie is zelfzorg heel belangrijk. Als jij er onderdoor gaat en de energie niet meer kan opbrengen om er voor te gaan, wordt het een harde dobber.

Dan is het belangrijk om een netwerk rond je gezin te hebben. Wanneer jij het even niet meer ziet zitten, kan je er op terugvallen. Zij kunnen het even van jou overnemen. Samen met jou een stapje in de wereld zetten, je kinderen opvangen wanneer jij toe bent aan een avondje, dagje, weekendje… time–out.

Het is belangrijk dat je netwerk weet welke regels je vooropstelt zodat zij deze kunnen handgaven. Want kinderen hebben nood aan de nabijheid van een volwassenen, zowel op fysiek als op emotioneel vlak. Het is belangrijk dat ze voelen dat alle volwassenen rondom hen aan hetzelfde zeel trekken. Mogen er dan geen verschillen op zitten, natuurlijk wel. Jij bent jij en de ander is zichzelf, maar de grote lijnen moeten dezelfde zijn. Op die manier is het duidelijk voor je zoon of dochter. ‘Mijn ouders en alle andere volwassenen denken er hetzelfde over!’

Je kan ook de stap zetten naar professionelen zoals een kindercoach, psycholoog, dokter… Met hen kan je op stap gaan en praktische tips krijgen. Zij helpen je om het ruimere plaatje te zien. Zij kunnen je ook helpen bij het verder uitbouwen van je netwerk. Want zij bekijken de situatie vanuit een andere bril. Zij zitten er niet midden in. Op die manier kan je over je twijfels, onzekerheden… meer controle krijgen. Met de tips die je krijgt, kan je concreet aan de slag. Ga je steviger op je eigen benen staan en minder twijfelen aan jezelf.

Maar onthoud goed dat je als ouder geen superman of -woman hoeft te zijn, daar hebben je kinderen niks aan. Maar een ouder met zijn kwaliteiten en tekorten is het grootste cadeau die je hen kan geven. En laat je geen schuldgevoel aan praten want dat is het niet waard. Want jullie zijn allemaal kanjers!!!