Mogen onze kinderen wel trots zijn?!
Wanneer ik aan kinderen in mijn praktijk de opdracht geef om 5 dingen op te schrijven waar ze trots op zijn, vinden ze dat een ongelofelijk moeilijke opdracht. Ze zitten te zweten en te zwoegen. Vinden weinig om trots op te zijn.
Geef ik hen de opdracht om 5 dingen op te schrijven die ze niet goed kunnen of waar ze slecht in zijn. Dan is deze opdracht in ‘een wip en een scheet’ gebeurd. Ze kunnen er zonder probleem nog een 100-tal bij schrijven.
Hoe komt dit toch? Hoe komt het dat onze kinderen het moeilijk vinden om trots te zijn op zichzelf, op hun prestaties…
In welke wereld leven wij eigenlijk? In een wereld waar nooit iets goed genoeg is? Waar in we telkens moeten streven naar de perfectie? Een wereld met een eng wereldbeeld, waarin iedereen aan dezelfde normen moet voldoen?
Willen wij ouders dat onze kinderen confirmeren met deze wereld? Ikke niet. Ik wil niet dat mijn kinderen constant bezig moeten zijn met hun werkpunten. Ik wil niet dat mijn kinderen niet trots kunnen zijn op wie ze zijn, wat ze doen en wat ze bereikt hebben.
Ik wil TROTSE kinderen.
Ja maar, zeggen de kids die bij mij komen. Als ik trots ben op deze zaken dan ben ik toch een stoefer, dan heb ik toch een dikke nek.
Trots zijn is niet gelijk aan stoefen
NEEN trots zijn, heeft niks te maken met een dikke nek hebben. Het heeft te maken met weten waar je goed in bent en waar je werkpunten liggen. Trots zijn heeft te maken met hoe je kijkt naar jezelf. Is dit eerder positief of negatief?
Hoeven ze daar de anderen te pas en on te pas mee ‘lastig’ vallen, nee dat nu ook weer niet. Maar ze mogen best wel trots zijn om zichzelf.
Onze kinderen krijgen dikwijls te horen dat wat ze gepresteerd hebben, niet zo spectaculair is. Dat het normaal is wat ze doen. Dat ze het niet te hoog in hun bol moeten krijgen…
En dan zijn wij verwonderd dat onze kinderen niet trots kunnen zijn op zichzelf, dat hun zelfbeeld niet altijd positief is. Ja, zeg, wat willen we nu eigenlijk?!
Elk sprankeltje ‘trots zijn’ duwen wij vakkundig de grond in. Waarom toch? Uit angst dat ons kind een dikke nek zou krijgen, naast zijn schoenen gaat lopen…? Denken wij oprecht dat we ze daar een dienst mee bewijzen?
Ik denk het niet. Op die manier geven wij hen misschien onbedoeld de boodschap mee dat ze niet goed genoeg zijn, dat ze alleen maar werkpunten hebben. En later in hun studies, werksituatie krijgen ze dan de volgende vraag voorgeschoteld: ‘Wat zijn jouw sterke kanten?’ Denk je dat ze daar dan een antwoord op kunnen geven? Misschien wel, maar het zal niet simpel zijn. Want ze hebben geleerd om daar niet teveel aandacht aan te besteden.
Aan de slag
Ik geloof er in dat we het tij nog kunnen keren. Dat wij ouders, onze kinderen kunnen ondersteunen in hun zoektocht naar een positief zelfbeeld. Hen ondersteunen in het feit dat ze trots mogen zijn op zichzelf.
- De eerste stap is, denk ik is eens gaan kijken naar ons zelf. Hoe gaan wij om met deze zaken? Kunnen wij zelf trots zijn? Hoe zit het met ons zelfbeeld? Welke boodschap geven wij mee aan onze kinderen. Door onze manier van reageren, onze kijk op dingen geven we misschien onbewust mee dat ze moeten streven naar de perfectie. Dat er weinig is om trots op te zijn. Kinderen leren heel veel van goede voorbeelden. Misschien moeten wij dat af en toe proberen te zijn ;-). Misschien moeten wij stoppen met onszelf de grond in te boren.
- De tweede stap dat wij reeds kunnen doen, is trots zijn op onze kinderen. Ik weet het, dat zijn we heel dikwijls. Maar spreken we dat soms uit? Vertellen wij dat aan onze kinderen? Misschien moeten we daar eens mee beginnen. Zeggen dat we trots op hen en ook waarom. Het mag geen lege doos zijn want dan zijn we er aan voor de moeite.
- Stap drie sta eens stil bij welke dingen we in de verf zetten. Zet vooral de dingen in de kijker die er toe doen. Wees trots op het proces, op de weg die je kind heeft afgelegd en niet alleen op het resultaat. Begraaf de dingen waar je trots op bent niet in een lijst met werkpunten. Laat de negatieve zaken weg en zeg oprecht waar je trots op bent.
Soms helpt het voor onszelf en voor onze kinderen om andere zinnen te gebruiken. Zeg in plaats van ‘Ik ben trots op je’ eens Wow, ik ben onder de indruk van… of Ik ben zo blij voor je.’
En vind we dat ons kinderen niet naast zijn schoenen moeten lopen dan kan je het aanmoedigen van de inspanningen die anderen leveren, stimuleren. Prijs hun succes maar laat hen ook inzien hoe anderen hebben bijgedragen aan hun succes.
Ik denk dat we met deze zaken al een heel eind verder kunnen. Nu nog uitproberen en trots zijn op de ingeslagen weg. Op het proces die je samen met je kind gaat bewandelen.
Veel succes en mocht jullie toch niet lukken, aarzel dan niet om contact op te nemen.