Iedereen komt te dichtbij en dan...
BANG!!! RAAK!!!
Haalt je kind ook uit wanneer er iemand te dichtbij komt? Of krijgt jouw kind klop omdat hij telkens veel te dichtbij komt bij de ander?
Ja?
Deze reactie van jouw kind en de andere is heel normaal. Wanneer er iemand ongevraagd te dichtbij komt, is dit heel bedreigend. Denk maar eens aan jezelf. Hoe reageer jij wanneer er iemand ongevraagd te dichtbij komt? Vind jij dit leuk? Neen hé! Wel voor jouw kind is dit net hetzelfde.
Iedereen heeft namelijk een persoonlijke ruimte en die is privé, vertrouwelijk en afgeschermd terrein. Daar kan niemand anders zomaar ongevraagd binnenkomen of opeisen. De term ‘persoonlijke ruimte’ is niet louter iets fysiek. Het gaat ook over bijvoorbeeld lawaai, gevoelens die anderen overbrengen en een teveel aan informatie. Het gaat ook over de voortdurende onderbreking van rustmomenten.
Iedereen heeft een veilige persoonlijke ruimte nodig om zich beschermd te voelen, minder stress te hebben en zich te kunnen concentreren.
Wanneer die persoonlijke ruimte constant verstoord wordt, raakt jouw kind het noorden kwijt.
Het enige wat je kind dan kan doen is zichzelf beschermen. Jouw kind kan dan op 3 manieren reageren: vechten (anderen pijn doen), vluchten (weglopen) of bevriezen (niks durven doen). Dit gebeurt allemaal instinctief, jouw kind kan op dit moment niet meer nadenken over zijn handelen. Hij reageert uit automatische piloot.
Hoe kan je de rust bij jouw kind terug laten keren?
Het is belangrijk om te weten wie af wat de persoonlijke ruimte van jouw kind verstoort. Wanneer het personen zijn, is dit duidelijk en makkelijker op te lossen. Maar het kunnen ook geluiden, geuren, de ademhaling of lichaamswarmte van iemand zijn. Deze zaken zijn moeilijker te pakken te krijgen en niet altijd evident om te veranderen.
Wanneer jouw kind meer inzicht krijgt in de cirkels van nabijheid, zal jouw kind er meer controle krijgen over zijn gedrag. Het gedrag van anderen zal hij beter kunnen begrijpen. Zo kan hij makkelijker zijn grenzen aangeven wanneer er iemand te dichtbij komt. Je kan dit oefenen door cirkels op een blad papier of op de grond te tekenen. Je kan dan samen zoeken met je kind wie in welke cirkel mag komen en welke handeling in welke cirkel is toegelaten. Wissel af en toe van rol en zeg aan je kind heel duidelijk waarom iemand of iets te dichtbij komt.
Leer jouw kind letterlijk een stapje achteruit te zetten wanneer iemand te dichtbij komt. Zodat ze letterlijk en figuurlijk meer ademruimte krijgen. Leer ze focussen op hun ademhaling (diep in en uitademen). Bewust ademhalen, zorgt voor meer rust bij jouw kind.