Hoe help je je kind zich te richten op groei?

Een mindset is hoe je over iets denkt. Carol Dweck ontdekte twee soorten mindsets:

• Vaste mindset

Wanneer je kind een vaste mindset heeft dan gaat het ervan uit dat intelligentie vast staat. Dan denkt je kind dat je slim of dom geboren bent en dat je daar niks aan kunt veranderen. Dit zorgt ervoor dat hij graag slim wil over komen. Hij vermijdt uitdagingen want dan kan je fouten maken. Hij zoekt steeds bevestiging voor zijn ‘slim’ zijn. Zijn grootste angst is falen, dom overkomen, zich een verliezer voelen. Hij gaat snel in de verdediging wanneer er iets dreigt fout te lopen en legt het ‘falen’ buiten zichzelf. Je kind geeft snel op wanneer het moeilijker wordt.

Volgens je kind is inspanningen leveren zinloos, want als je echt slim bent, hoef je niet te studeren.

Jouw kind kan ook niet om met feedback, hij ervaart dit als negatieve kritiek.

Een vaste mindset leidt tot een slechte leermethode, met alle gevolgen van dien. Alles wat je kind niet wil, wordt vroeg of laat werkelijkheid.

• Groeimindset

Wanneer jouw kind een groeimindset heeft, gelooft het dat iedereen in staat is om te veranderen door te leren. Jouw kind gaat ervan uit dat intelligentie te ontwikkelen is. Hij weet dat je ook moet oefenen voor de dingen waar je sterk in bent anders wordt je er niet beter in.

Hij weet dat je hij verder geraakt door moeite te doen. Hij heeft niet op bij een tegenslag en is blij met uitdagingen. Hij ziet fouten als leerkansen. Hij vindt leren plezant.

Jouw kind leert van kritiek en laat zich inspireren door het succes van anderen. Een groeimindset zorgt ervoor dat je kind steeds beter wordt.

Is je kind een Fixie of Growie?

Denkt je kind als een fixie of een growie? Sommige kinderen zijn snel gefrustreerd en na een tijd van mislukking, geloven ze het zelf. Wanneer je kind meer denkt als een growie staat het steviger op zijn benen, kan het beter om met tegenslagen.

Frustraties (Fixie)                                                                         Succes (Growie)

Ik ben er ofwel goed in ofwel totaal niet.                                       Ik leer alles wat ik wil.

Als ik me frustreer, geef ik op.                                                       Als ik me frustreer, zet ik door.

Ik hou het liever bij het oude.                                                        Ik daag mezelf uit.

Als ik faal, ben ik slecht bezig.                                                      Als ik faal, dan leer ik.

Ik hoor graag dat ik slim ben.                                                        Ik hoor graag dat ik hard werk.

Kritiek maakt me somber.                                                              Kritiek helpt me vooruit.

Hoe kan je als ouder helpen?

De mindset van je kind ombuigen gaat niet in één-twee-drie, maar blijf volhouden. Je bewijst je kind er een dienst mee!!

• Benoem en beloon de voortgang en niet het resultaat

Geef je kind complimenten op het proces, de weg er naar toe en niet op het resultaat alleen. Geef complimenten zoals: ‘Je bent flink gegroeid in wiskunde’, ‘en ik zie dat je extra geoefend hebt.’

Wanneer je zijn resultaten alleen bejubelt, zeg je iets over de intelligentie van je kind. Bij slechte punten zeg je onrechtstreeks dat je kind dom is en bij goede punten zeg je dat je kind slim is. Je kind zal geloven dat het slim of dom is en dat daar niks aan te veranderen is.

Zorg dat je meent wat je zegt, je kind voelt dit snel aan.

• Stel groeigerichte vragen

Neem zelf een onderzoekende houding aan. Wanneer het groepswerk, de toets, het samen spelen fout loopt, kan je je kind helpen om tot oplossingen te komen. Stel oplossingsgerichte vragen zoals: ‘Snap je waar het fout gelopen is?’ Hoe zou je het de volgende keer aanpakken?’ ‘Welke oefeningen heb je niet begrepen?’ Zo wordt deze ervaring geen eindpunt, maar moment van waaruit ze verder kunnen groeien.

• Stimuleer een onderzoekende houding

Ga samen met je kind na wat het zelf kan doen zodat hij de volgende keer meer succes ervaart. ‘Wie kan je helpen?’ ‘Wat had je zelf nog meer kunnen doen?’ Spoor je kind aan tot zelfreflectie en leer ze niet bang te zijn om in de spiegel te kijken.

• Geef tijd en ruimte

Laat je kind mislukken, fouten maken en opnieuw proberen. Want fouten maken is een essentieel onderdeel van leren. Leer je kind ook risico’s nemen, haal het uit zijn comfortzone want in deze situatie leert je kind het meest.

Geef je kind de tijd en de ruimte om dit te doen, ga niet direct de dingen uit zijn handen nemen.

• Leer je kind in mogelijkheden denken

Sommige vragen hebben verschillende antwoorden. Luister naar je kind wanneer het met een antwoord komt dat jij niet verwacht had. Misschien is dat wel een kei-goed idee. Geef daar ruimte aan, laat je kind komen met zijn antwoorden. Doordat je kind ervaart dat er soms verschillende antwoorden zijn op vragen, gaat hij verder zoeken naar oplossingen. Heeft hij niet te snel op wanneer zijn antwoord afwijkt van de rest.

• Maak groei zichtbaar

Om je kind te stimuleren, kan je de groeimindset zichtbaar en bespreekbaar maken in je gezin. Je kan een bordje, kaartje … in je huis ophangen met bijvoorbeeld de vraag: ‘Wat kan ik doen om vrienden te maken?’ ‘Wat heb ik deze week geleerd?’… Laat jouw kind een antwoord bedenken. Bespreek de antwoorden samen.

Voor jongere kinderen kan je een groeipot maken samen met je kind. Telkens iemand van het gezin zijn groeimindset gebruikt, stop je een knikker in de pot. Op die manier maak je de groeimindset zichtbaar. Bespreek ook met je kind waarom er een knikker in de groeipot mag.