Het verhaal van A.
Heb je dat ook soms voor: je zet je dagelijks voor meer dan 200% in en raak je zo ontgoocheld in het onderwijs? Dat er naast de dingen die goed lopen er nog zoveel voor verbetering vatbaar is? Dat er ondanks de vele inspanningen van veel leerkrachten er toch nog altijd kinderen uit de boot vallen? Wel ik werd er dit jaar weer eens mee geconfronteerd en ik heb het daar moeilijk mee. Maar bij de pakken blijven zitten helpt ook niet. Dus besloten om het op mijn manier aan te pakken.
10 december 2018 werd ik opgebeld. Aan de andere kant van de lijn hangt een stagiaire van een kinderopvang. Ze had een vraag voor mij. Er was namelijk een mama bij hen op zoek naar hulp voor haar zoon. En ze waren via, via bij mij terecht gekomen. Maar ik kreeg direct een waarschuwing mee: ze hebben niet veel geld, want de mama is alleenstaande met 4 kinderen. Ze is van Irakese afkomst en kan haar kinderen niet goed genoeg begeleiden omdat ze het Nederlands niet genoeg beheerst. Ik vroeg heel beleefd over welke begeleiding het zou gaan. Het ging over huiswerkbegeleiding en leren voor de toetsen. Want ja, het was december en hij zat midden in de examens. Die liepen niet zo vlot.
Een heel luide stem in mij riep: DOEN!! Dit moet je aannemen. Daarvoor ben je nu eenmaal kinder- en gezinscoach geworden. Om kansen te geven aan kinderen die het moeilijker hebben. Dus zonder enige aarzeling stapte ik in dit avontuur.
Sinds die dag ben ik een deeltje van het gezin gaan uitmaken. Elke woensdag sta ik paraat om deze jongen te helpen. Hij heeft vooral moeite met Frans en wiskunde, dat was al snel duidelijk. De vraag van de mama was dan ook om hem daar bij te helpen. Met plezier, het blijkt een superfijne, intelligente kerel en bereid om te werken tijdens het uurtje dat ik er ben. Franse woordjes en zinnen leren was de eerste opdracht. Samen hebben we op allerlei manieren de woordjes en de zinnen ingeoefend. Het uur vloog voorbij en er werd hard gewerkt. De volgende week, was ik daar terug en mijn eerste vraag was natuurlijk hoe het geweest was? Hij zo fier als een gieter: Super, fantastisch… Ik heb 10 op 10. Wauw, echt waar met een duwtje in de rug haalt deze jongen het maximum van de punten. Wat een fantastisch gevoel voor hem. Op een week tijd kunnen we jammer genoeg niet alle resultaten van zijn decembertoetsen ophalen. We moeten op lange termijn werken. En elke keer een stapje vooruit zetten. Ja, ja hoor ik jullie denken, dit was iets éénmalig. Maar niks is minder waar sinds we samen werken aan het Frans heeft hij bijna altijd goed resultaten.
Tijdens het uurtje werken, zag ik zowel zijn sterktes (gedreven, slim, snel in het oppikken van leerstof) als zijn struikelblokken. Hij weet niet hoe hij moet studeren, zijn handschrift is onleesbaar, hij schrijft veel fouten over, zijn concentratieboog is momenteel nog klein… Maar verdorie dat is een slimme ket zeg, die wat sturing nodig heeft. Aan die struikelblokken kunnen we iets doen, de ene zal al sneller opgelost raken dan de andere.
Na zijn toetsen, net voor de kerstvakantie vertelde hij (met enige trots) dat hij volgend jaar naar de b-klas moet. Daar schrok ik wel van, had ik niet zien aankomen. We zijn nog maar pas begonnen. Allez ja, ik was nog maar pas begonnen. Op school kennen ze hem al veel langer natuurlijk en hebben zijn er een beter zicht op. Maar toch?
Mama was daar niet mee akkoord en vroeg of ik dit wou bespreken met de juf. Hij zelf vond dit niet erg want dan moest hij niet meer zo hard studeren. Hoe kan dat nu? Een tiener die het niet erg vindt dat hij zijn droom niet kan waarmaken. Misschien denken sommigen onder jullie dat dit normaal is want zo zijn nu eenmaal tieners. Maar ik denk dat het ook aan iets anders ligt. Ik denk dat hij al heel regelmatig geconfronteerd is met zijn falen en dan voor de gemakkelijkste weg kiest. Hij heeft het zien gebeuren met zijn grote broer (die ik nu ook begeleid). Zijn broer zit in het BSO (waar niks mis mee is). Maar, ja nu komt de grote maar, hoe komt het dat hij daar zit? Hebben we allemaal genoeg gedaan voor deze tiener? Of is hij ook het slachtoffer geworden van ons onderwijssysteem? Daar kan ik niet over oordelen want zijn schoolloopbaan ken ik niet. Maar wanneer ik met hem werk, merk ik ook een slimme jongen op. Die heel snel de leerstof oppikt. Zou het kunnen, dat ook hij met extra ondersteuning toch in een aso-richting terecht kon? Misschien wel, wie weet, wie zal het zeggen.
Maar wat een zonde, A. (een slimme jongen) die het op een aantal vlakken moeilijk heeft, wordt doorverwezen naar de b-klas. Daar word ik zo boos en tegelijkertijd zo verdrietig van. Heeft hij wel voldoende kansen gekregen? Ik ben er nu net bij gekomen en we weten dat het op korte termijn effect heeft. Waarom deze kans dan niet grijpen om op lange termijn te kunnen werken. Dat is mijn voornemen voor 2019.
Ik vroeg aan hem wat hij later wil worden. Hij zei dat hij een kebab-zaak uit de grond wil stampen en die helemaal zelfstandig wil runnen. ‘Om deze droom te kunnen realiseren, is het beter dat je je lagere school afmaakt en dan verder studeert’, zei ik. ‘Want jij bent een slimme jongen en ik geloof in jou’. Oké, was zijn antwoord, zo kort en bondig. ‘We gaan er voor.’ Zo snel gaf hij mij een totaal ander antwoord. Hoe kan dat nu? Is het omdat ik deze woorden ‘Ik geloof in u!’ uitsprak of was er een andere reden? Misschien wou hij snel van mijn gezaag af zijn ;-).
Ik wist wat me te doen stond. Verder werken met hem en een gesprek met de leerkracht aangaan om op elkaar af te stemmen. Na wat heen en weer mailen, is het gelukt om een datum te prikken. Midden januari zaten we samen om een plan van aanpak te bespreken. Eerlijk, ik was echt wel wat ontgoocheld. De leerkracht had reeds gezien dat hij extra hulp kreeg want zijn punten waren plots veel beter.
Maar ik kreeg de indruk dat er tot nu toe weinig hulp kwam van school. Woordkaartjes van Frans, moest ik vragen. Ja maar, het is toch beter dat hij ze schrijft. Ja dat klopt, maar hij kan het niet juist overschrijven. Zijn handschrift is zo slecht dat hij niks kan lezen van wat hij schrijft. Op die manier ziet hij het juiste woordbeeld en kan hij het juist leren. Uiteindelijk was dit geen probleem voor de leerkracht. Vanaf nu krijgt hij altijd zijn woordkaartjes mee naar huis en kunnen we er mee werken.
Om dan even terug te komen op zijn handschrift. Kan hij geen computer gebruiken? Ja dat kan, maar dan moet hij wel een attest hebben. En wie moet dit attest uitschrijven, rarara, ja juist de kinésist. Denk je nu echt dat dit gezin dit kan betalen. Neen dus. Dus ik op mijn paard, je weet toch dat je op die manier veel kinderen uitsluit die recht hebben op deze ondersteuning.
Daar hebben we het M-decreet toch voor, net om deze zaken te vermijden. Maar blijkbaar geldt dit niet voor iedereen. Is het omdat hij anderstalig is? Is het omdat hij uit een kansenarmer gezin komt? Is het omdat hij stil en braaf afwacht? Wat is dat toch met ons onderwijs? Hoe komt het dat we er niet in slagen om deze kinderen een betere toekomst te bezorgen? Hoe komt het dat deze kinderen heel dikwijls het slachtoffer zijn van het watervalsysteem? Hoe komt het dat we ons blijven wegstoppen achter regeltjes of de regeltjes verkeerd interpreteren? Het gaat toch over de toekomst van kinderen. Daar kunnen we onze ogen toch niet voor sluiten?
Maar soit, niks meer gehoord van de juf. Moet dringend zelf nog eens contact opnemen om dingen bij te sturen. Dus alles blijft bij het oude, geen computergebruik. Maar we hebben toch iets gedaan gekregen. Hij mag voorlopig blijven. Maar om zijn kansen nog te vergroten wil ik toch iets meer zicht krijgen op de hulpmiddelen die hij krijgt. Ik merk dat hij veel talige begrippen vergeet. Bij mij kan hij het, maar tijdens een toets is hij het blijkbaar vergeten. Dit moet ik eens bespreken met zijn juf.
Ondertussen contact gehad met de juf. En net zoals ik reeds vermoedde heeft deze jongen nog weinig hulpmiddelen gekregen voor wiskunde. Wanneer ik hem hulpmiddelen (zoals onthoudkaartjes) geef, mag hij ze gebruiken op school. Dit is al een goede zaak, maar misschien is het beter dat de hulpmiddelen van school komen? Want op die manier krijgt hij dezelfde informatie als alle andere kinderen. Leert hij het op dezelfde manier als op school. Maar hoe komt dat toch dat dit nog niet gelukt is? Ik vrees dat ze hem ergens onderweg kwijt hebben gespeeld. Misschien zagen ze het bos niet meer door de bomen, wat jammer is natuurlijk.
Met de mama naar het oudercontact geweest. We kregen een positief verhaal te horen. A. heeft een serieuze sprong gemaakt, jihaa!!! Hij springt van 48% naar 57% en vanaf nu moet het alleen maar in stijgende lijn gaan. Wat er nog straffer is, is dat A. ook als persoontje aan het groeien is. Hij neemt zijn leven steeds meer in handen. Hij gaat voor de eerste keer mee op kamp, hij vindt het leren steeds leuker, hij vraagt hulpmiddelen aan zijn leerkracht. Dit deed hij eerst allemaal niet.
Maar ik, zou mezelf niet zijn en moest het dus nog eens vragen. Heeft A. nu reeds hulpkaartjes die hij mag gebruiken (conform het M-decreet)? De juf zei dat ze dit in de paasvakantie in orde zal maken. En nu nog er mee leren werken, want het is niet omdat hij hulpmiddelen krijgt dat hij ook weet hoe hij ze moet gebruiken.
Maar de vraag: ‘Of hij zijn schoolloopbaan op deze school kan afmaken.’ brandt op ieders lippen. A. heeft mij die vraag al een paar keer gesteld. Dit is mama’s grote bezorgdheid want ze vindt haar zoon nog te jong om naar het middelbaar te gaan. En ik vind dat deze jongen nu niet thuis hoort in het beroepsonderwijs. Dus … de juf heeft gezegd dat hij kan blijven. Oef, wat een opluchting.
Ik weet dat deze leerkrachten heel veel doen voor hun leerlingen, maar toch moet je naar de basiszorg vragen. En wanneer je er naar vraagt, is er geen enkel probleem. Zij doen dit met veel plezier. Ik weet uit ervaring dat leerkrachten hard werken en deel uitmaken van een schoolsysteem met regels en afspraken. Maar toch zou ik zo graag nog meer leerkrachten tegen komen die hun nek durven uitsteken voor deze kinderen. Die mee het verschil willen maken want dat kunnen we volgens mij wel.
Dit verhaal is jammer genoeg geen éénmalig feit. Ik zie dit ook in andere scholen gebeuren. Ik vind niet dat we individuele leerkrachten met de vinger moeten wijzen. Maar samen nadenken over hoe we dit kunnen oplossen. Op zoek gaan naar de dingen die nodig zijn om iedereen aan boord te houden. Als klasleerkracht kan je niet alles alleen oplossen, dat gaat nu eenmaal niet. Maar met collega’s nagaan wat elk kind nodig heeft, moet wel lukken volgens mij. Op die manier kan men veel beter inspelen op de noden van elk kind.
Door rond deze kinderen een netwerk op te bouwen dat hen kan helpen, ook op schools vlak. De leerkracht doet zijn deel op school en daarnaast kunnen externen zoals een kindercoach en extra duw in de rug geven. En neen, je moet dit niet doen voor het geld want rijk ga je er niet van worden (aan een kansentarief van €10 euro/uur). Dit is volgens mij ook de verkeerde beweegreden. Ik doe het omdat ik er van overtuigd ben dat elk kind recht heeft op een maximale ontplooiing. Sommige zijn in een kansenrijker nest geboren dan anderen, maar daarom moeten we er ons niet zomaar bij neerleggen. Hier moeten we toch als maatschappij een oplossing voor vinden.
Elk kind, elke jongere zou een coach naast zich moeten hebben, of dat nu zijn ouders zijn of iemand anders doet er niet toe. Want iedereen verdient de beste ondersteuning zodat hij alle kansen krijgt op zijn zoektocht naar geluk. Samenwerking, verbinding en ondersteuning tussen ouders, kinderen, school en externen is essentieel. Dat dit een meerwaarde is in het leven van kinderen daar ben ik van overtuigd. Ik weet dat het misschien een druppel op een hete plaat is en dat het onderwijs grondig moet veranderen om deze jongeren aan boord te houden. Maar ook al is het maar een kleine druppel, voor deze tiener maakt het een enorm verschil. Het verschil tussen een getuigschrift lager onderwijs of niet, het verschil tussen een droom die hij misschien kan realiseren of niet. Daar wil ik elke dag aan meewerken, daar wil ik mij honderd procent voor inzetten en jij?