Een muur om zich heen
Mijn kind praat niet graag over zichzelf. Zichzelf graag zien, is ooh zo moeilijk. Hij helpt veel liever anderen, hij neemt heel graag de zorgende rol op. Wanneer zijn vrienden problemen hebben, komen ze altijd bij hem terecht en dan zoeken ze samen naar oplossingen. Maar wanneer hij in de knoop ligt met zichzelf, praat hij er met niemand over. Hij wil daar niemand mee lastig vallen. Hij vindt dat hij dit zelf moet oplossen.
Mijn kind cijfert zichzelf heel hard weg, zelfs ten koste van zichzelf. Waarom hij dit doet? Ik weet het niet. Ik zie dat hij ongelukkig rondloopt, de stress stapelt zich op en toch gaat hij nergens zijn hart luchten. Ook niet bij zijn beste vrienden.
Praten over zijn binnenkant, vindt hij angstaanjagend.
Het is natuurlijk veel veiliger om over de problemen, verzuchtingen van anderen te praten dan het te moeten hebben over zijn bezorgdheden. Zijn vrienden zien hem als een goede luisteraar, iemand die een groot hart heeft, problemen weet op te lossen en altijd klaar staat voor zijn vrienden. Hij komt bij hen over als een héééééél stabiel iemand, die zijn zaakjes op orde heeft.
Maar niks is minder maar, hij heeft een stevige muur om zichzelf gebouwd. Dit komt door vroegere ervaringen. Hij is namelijk heel hard gekwetst geweest. Deze muur en de zorgende rol opnemen zijn tot op heden hele goede strategieën geweest. Het voelde een hele tijd veilig aan, maar tegelijkertijd voelde hij zich eenzaam en bezorgde dit hem heel veel stress. En nu botst hij op de grenzen. Hij loopt ongelukkig rond, wil over zijn binnenkant praten, maar weet niet hoe. Dit is voor hem onbekend terrein en dus super spannend.
Ook voor ons ouders is het niet altijd evident om met zijn muur om te gaan. We zien hem ongelukkig rondlopen, maar kunnen niet helpen. Telkens we een gesprek willen aangaan, verstopt hij zich achter zijn muur en zegt hij dat alles oké is en dat het wel goed komt.
Hij wil zijn ‘veilig’ muurtje langzaam afbreken, maar weet niet hoe. Momenteel heeft hij weinig vertrouwen in zichzelf en de anderen. Hij denkt dat hij er niet zonder kleerscheuren uit komt.
De eerste stap heeft hij eigenlijk al gezet. Hij weet dat hij een muurtje om zich heen gebouwd heeft. Wanneer je dat door hebt, kan je er iets mee doen. Nu, het muurtje zal jammer genoeg niet vanzelf omvallen. Hij zal er actief mee bezig moeten zijn. Stap voor stap, beetje bij beetje meer van zichzelf te laten zien.
Het is belangrijk dat hij zijn grenzen aan durft te geven zonder zich terug te trekken achter zijn muur. Want een muur opbouwen en grenzen aangeven zijn absoluut niet hetzelfde. Grenzen worden bewust gevormd. Bij grenzen aangeven, heeft hij er controle over. Hij bepaalt zelf hoe ver iemand gaat en wat hij van zichzelf laat zien. Grenzen aangeven is iets positief. Want het is belangrijk dat hij opkomt voor zichzelf, en niet over zich heen laat lopen.
Een muur opbouwen is een onbewust gebeuren, heel dikwijls het gevolg van een traumatische gebeurtenis.
Minder piekeren over zijn verleden, zorgt er voor dat hij meer energie over heeft voor leuke zaken, zaken waar hij energie uit haalt. Meestal piekert hij over zaken waar hij geen vat op hebben, die voorbij zijn, die hij niet kan veranderen. Dit vreet energie en trekt hem naar beneden. En hoe meer tijd hij daar mee bezig is, hoe minder tijd en ruimte er in zijn hoofd is voor positieve zaken. Zijn negatieve gedachten zijn voor hem werkelijkheid geworden en alles staat in het teken van zichzelf niet bloot te geven.
Dus stoppen met piekeren, is een belangrijke stap in dit proces. Leven in het nu! Want de mensen die nu in zijn leven zijn, zijn niet de mensen die hem gekwetst hebben. Hij gaat zijn vrienden moeten leren vertrouwen. Want niet iedereen is er op uit om hem pijn te doen.
Hij begint het best bij mensen waarbij hij zich al redelijk op zijn gemak is. Bijvoorbeeld je beste vrienden, je ouders, je broers of zussen… Deze mensen zijn er niet op uit om hem te kwetsen, integendeel. Hij zal merken dat ze positief zullen reageren, luisteren naar zijn verhaal en samen oplossingen zoeken. Op die manier leert hij dat hij er wel toe doet. Dat hij heel trots mag zijn op de dingen die hij reeds gerealiseerd heeft. Dat anderen hem graag zien zoals hij is.
Deze ervaringen geven zijn zelfbeeld een enorme positieve boost. En wanneer hij als maar in zichzelf gaat geloven, andere mensen durft te vertrouwen. En tegelijkertijd zijn grenzen durft aan te geven, is hij op de goede weg. Krijgt hij energie om verder zijn muurtje af te breken.