Bang om te falen
Buikpijn, zweten, onderpresteren bij een toets. Nachten wakker liggen wanneer hij een spreekbeurt heeft. Misschien heeft jouw kind last van faalangst. Kinderen die faalangst hebben zijn bang om fouten te maken waardoor ze geen antwoord durven te geven op een vraag.
Is jouw kind ook bang om te falen?
Wat is faalangst?
Faalangst is letterlijk bang zijn om te falen of te mislukken. Het is dus angst die optreedt als je moet presteren. Faalangst kan op verschillende gebieden voorkomen. Bv. Op je werk, school en zelfs thuis. De meeste mensen ervaren faalangst als ze iets moeten presteren op het werk of op school. Faalangst is een abnormale en vaak onrealistische, angst om te falen en fouten te maken. Faalangst kan je verhinderen om nieuwe dingen te ondernemen, nieuwe mensen te ontmoeten, of het werk te doen dat je leuk vindt en bij je past.
Welke soorten faalangst zijn er?
Faalangst kan overal optreden waar er een prestatie wordt gevraagd. Er zijn verschillende soorten faalangst.
- Motorische faalangst.
Kinderen die last hebben van motorische faalangst zien er tegenop om iets met hun lijf te doen. Deze kinderen kunnen bang zijn om te zwemmen, om over de bok te springen…
- Sociale faalangst
Kinderen die last hebben van sociale faalangst zijn geremd bij sociale contacten. Nieuwe mensen leren kennen, kan voor veel angst zorgen.
- Cognitieve angst
Kinderen die last hebben van cognitieve angst, voelen zich meestal angstig wanneer ze moeten presteren op cognitief vlak. Wanneer ze een toets hebben, een spreekbeurt moeten geven of nieuwe leerstof voorgeschoteld krijgen.
Hoe kan ik faalangst herkennen bij mijn kind?
- Je kind vermijdt steeds nieuwe situaties, verzint je kind steeds excuses om het niet te moeten doen?
- Je kind vraagt heel veel bevestiging
- Je kind voelt zich minder dan de anderen.
- Je kind haalt zichzelf altijd naar beneden. Het zal wel niet goed genoeg zijn voor u.
- Je kind legt zijn lat onrealistisch hoog waardoor hij/ zij niet anders kan dan te mislukken.
- Je kind wordt soms boos op jou wanneer hij/zij voelt dat het niet zal lukken.
- Je kind maakt de oefeningen liever niet dan dat hij een fout moet maken.
Oorzaken
Faalangst kan verschillende oorzaken hebben. Sommige kinderen kunnen een erfelijke gevoeligheid hebben. Maar hun ervaringen spelen ook een rol bij het al dan niet ontwikkelen van faalangst. Wanneer ze veel negatieve ervaringen opdoen, is de kans groter dat ze faalangst ontwikkelen. Faalangst hangt dikwijls samen met een negatief zelfbeeld, een overmatige behoefte aan controle willen hebben (en houden) of perfectionisme.
Daarnaast kunnen de reacties van ouders op de prestaties van hun kinderen invloed hebben bij het ontwikkelen van faalangst. Wanneer ouders heel hard gefocust zijn op punten en daar wordt hard op gehamerd dan kan dat faalangst in de hand werken.
Omgaan met faalangst
Wanneer we ons kind zien blokkeren door zijn faalangst, hebben we snel de neiging om hem daar niet meer aan bloot te stellen. Want we zien ons kind niet graag ‘sukkelen’. Maar dat doen we beter niet. Op die manier leren we hem weg te lopen van zijn angst en niet om er mee om te gaan.
Wanneer kinderen nieuwe dingen leren, vinden ze dit spannend. Dit heeft hen een onbehaaglijk gevoel, daar moeten ze eigenlijk blij om zijn. Want zonder dat gevoel leren ze niks bij. Ze leren eigenlijk door fouten te maken.
Het is belangrijk dat je kind leert omgaan met deze angstgevoelens. Door te benoemen dat het normaal is om bang te zijn. Maar vergeet hen ook niet te vertellen over de voldoening, het plezier… hij zal hebben wanneer hij de taak, opdracht tot een goed einde brengt.
Help je kind bij het moeilijk huiswerk of bij het voorbereiden van een spreekbeurt. Leer je kind een planning maken. Leer hem een grote angstaanjagende taak in kleine behapbare deeltjes te delen. Maar let op dat jij het werk niet uit handen neemt van je kind. Ga in gesprek met de leerkracht en zoek samen met hem naar manieren om er mee om te gaan. Wanneer dit niet voldoende helpt neem dan contact op voor een gratis verkennend gesprek.