Sssst… niet verder vertellen

foto van twee kinderen die iets in elkaars oor fluisteren en de test ssst niet verder vertellen.

Een cadeautje, wie op wie verliefd is of een stiekem gepikt koekje: het leven van je kind zit vol geheimen. Soms ook minder leuke. Probeer jij ze te ontfutselen of vind je dat prima?

Samen met je peuter heb je een cadeautje voor papa gekocht. Wat het is, mag papa niet weten, het is een verrassing. Je peuter belooft plechtig dat hij het nooit zal vertellen. Dat het een geheimpje is tussen hem en jij. Maar van zodra je thuis komt en hij ziet zijn papa, floept hij het eruit. Met de boodschap dat het eigenlijk een geheimpje was tussen hem en mama.

Je ziet dat er koekjes uit de kast verdwenen zijn. Je vraagt langs je neus weg: ‘ Wie heeft er net een koekje gegeten?’ En je peuter zegt met een big smile: ‘Ikke!’ Hij is zich van geen kwaad bewust en kan het zeker niet geheim houden.

Herkenbaar?

Volgens orthopedagoog Mariëlle Beckers. ‘Kinderen tussen de vier en zeven jaar beginnen pas te begrijpen wat een geheim is en ze leren langzaamaan om dingen voor zich te houden.
Voor die tijd kunnen ze dat simpelweg nog niet. Een geheim hebben heeft te maken met losmaken. Peuters zitten zó aan jou vast, die zien hun ouders en zichzelf als eenheid. Ze zijn nog niet in
staat om bewust dingen achter te houden, of dat nou gaat om een cadeautje of om iets wat ze hebben gedaan en waarvan ze weten: dat vindt mama niet zo leuk. Pas als een kind zichzelf steeds meer
als een eigen persoon gaat zien, ontdekt hij of zij: ik kan ook dingen níet zeggen en daar beslis ik zelf over. Leuke dingen, zoals een verrassing, maar dus ook ‘stoute’ dingen, die je misschien niet zo leuk vindt. Pas als dat besef komt, ontstaan geheimen. Hoe goed een kind een geheim kan bewaren,
verschilt overigens. Het ene kind houdt gegarandeerd z’n mond, het andere vertelt het makkelijk door. Dat heeft te maken met de mate waarin je kind in staat is z’n impulsen onder controle
te houden, hoeveel temperament hij heeft en met de waarde die je kind aan een bepaald geheim toekent. Dat is bij volwassenen trouwens niet anders.

Twee soorten geheimen

Er zijn geheimen die leuk zijn, je een fijn gevoel geven, waarmee je moet lachen. Deze geheimen zijn vrij onschuldig toch? Denk eens terug aan je eigen kindertijd. Hoe jij urenlang kon zitten praten samen met je vrienden. Je vertelde elkaar alles. Wie op wie verliefd was, over je ouders, broers, zussen. Wat je gedaan had dat eigenlijk niet mocht… Al jouw geheimen deelde je met jouw beste vrienden. Misschien herken je dit nu bij je zoon of dochter. Ook zij delen hun geheimen met hun beste vrienden. Misschien kriebelt het om deze geheimen te weten te komen, maar jouw zoon of dochter houdt zijn lippen stijf op elkaar. En dat is goed ook. Als ouder hoef je niet alles te weten.

Geheimen zijn niet alleen leuk, ze zijn zelfs belangrijk in een vriendschap. Ze smeden een band en kunnen de vriendschap bekrachtigen. Je kind maakt op die manier duidelijk dat hij zijn vrienden vertrouwt. Op die manier leert jouw kind heel veel over vriendschap. Hij ontdekt dat sommige kinderen 100% te vertrouwen zijn en andere het geheim doorvertellen. Dit is een belangrijke les.

Maar er zijn ook geheimen waarvan je buikpijn krijgt, waar je slecht van slaapt, waar je onrustig, bang van wordt. Met deze geheimen moet je kind niet alleen blijven zitten.

Kinderen vertellen niet-leuke geheimen niet uit zichzelf

Een geheim hebben is heel dikwijls op een leuke manier spannend. Het wordt anders als je kind gebukt gaat onder het geheim dat hij met zich meedraagt. Wanneer je kind een niet leuk-geheim met zich meedraagt, is het soms lastig om te weten te komen wat er precies speelt. Als je een vermoeden hebt dat er iets speelt, observeer je kind dan goed. Heel dikwijls zal het gedrag van jouw kind veranderen. Misschien wordt het sneller boos of heel verdrietig, misschien trekt hij zich terug en wilt hij alleen gelaten worden.

Zoek een goed moment om in gesprek te gaan met je kind. Vertel aan je kind dat je ziet dat er iets is en dat hij alles met jouw kan bespreken. Probeer niet boos te worden wanneer je kind alle moed heeft verzameld om zijn geheim te vertellen. Boos worden is nooit een goed idee. Daarmee schaadt je het vertrouwen, met als gevolg dat je kind de volgende keer jou niet in vertrouwen durft te nemen. Misschien heeft jouw kind zijn mond gehouden uit angst om zelf slachtoffer te worden.

Een kind heeft recht op geheimen en hoeft jouw niet alles te vertellen, maar dat geldt alleen voor positieve, leuke geheimpjes. Leg aan je kind uit dat er ook niet-leuke geheimen bestaan. Zeg aan je kind wanneer een geheim niet fijn aanvoelt hij altijd naar jou mag komen en het mag vertellen, ook als anderen zeggen dat het niet mag. Wanneer jouw kind zijn geheim aan jou verteld heeft, is het ook jouw geheim geworden. Je kan dit geheim niet zomaar verder vertellen zonder dat je kind dat wilt. Ga samen met je kind op zoek naar oplossingen, treed pas in actie wanneer je kind dit ziet zitten. Beschaam zijn vertrouwen niet. Maar wanneer een kind in gevaar is moet je als volwassene ingrijpen.