Controledrang

Wat veroorzaakt die controledrang?

Controledrang ontstaat niet zomaar. Heel dikwijls zit achter de controledrang onzekerheid verscholen. Kinderen die last hiervan hebben, zijn dikwijls faalangstig. Ze hebben last van een laag zelfbeeld, zijn perfectionistisch ingesteld. Je kind is bang dat de dingen niet gaan zoals het volgens hem zou moeten gaan. Hij is op zoek naar een gevoel van veiligheid en denkt dat hij dit zal krijgen door alles te controleren. Maar dit leidt jammer genoeg tot een vals gevoel van veiligheid.

Hoe herken je controledrang bij je kind?

Je kind is niet bepaald een teamspeler

Kinderen die last hebben van controledrang, vinden het moeilijk om samen te werken. Een teamsport is niet aan hen besteed. Wanneer hij samen moet werken met anderen, is hij afhankelijk van de anderen. Hij kan niks meer alleen bepalen wat leidt tot stress. Jouw kind werkt liever alleen zodat hij de touwtjes in handen heeft en weet hoe alles zal verlopen.

Je kind is bang om fouten te maken

Wanneer je kind bang is om fouten te maken, zal zijn controledrang de bovenhand nemen. Hij zal alles angstvallig willen onder controle houden. Jouw kind heeft last van zijn perfectionisme. Hij denkt dat hij al zijn kansen verspeelt wanneer hij fouten maakt.

Je kind vindt het moeilijk om vriendschappen te onderhouden

Jouw kind wil heel graag vrienden om mee te spelen, maar wil uit angst alles controleren. Door dit te doen, jaagt hij zijn vrienden weg. Want niemand vindt het leuk om telkens te horen te krijgen wat hij verkeerd doet of nog beter kan. En jouw kind wordt diep ongelukkig wanneer de andere kinderen niet doen wat hij in zijn hoofd heeft.

Wat kan je doen om deze controledrang los te laten?

Leer je kind te accepteren dat niemand perfect is. Dat fouten maken niet erg is, dat fouten maken nu éénmaal bij het leven horen. Dat hij groeit door fouten te maken. Het is ook heel belangrijk om aan je kind duidelijk te maken dat niemand verwacht dat hij perfect is. Dat iedereen hem graag ziet zoals hij is.

Nood aan controle heeft te maken met zelfvertrouwen. Hoe groter het zelfvertrouwen wordt van je kind hoe minder nood hij zal hebben aan deze controledrang. Wanneer jouw kind weet dat hij dingen zelf tot een goed einde kan brengen, wanneer hij ondervonden heeft dat fouten maken niet het einde van de wereld betekent, zal hij minder de nood voelen om alles te controleren. Laat je kind in een veilige omgeving experimenteren. Laat hem maar dingen zelf uitproberen en help hem wanneer het fout gelopen is. Vang je kind op, ga in gesprek en zoek samen naar oplossingen.

Wat ook kan helpen is om je kind te leren focussen op het grotere plaatje en niet op de details. Heel dikwijls verliezen kinderen met controledrang zich in de details. Ze focussen zich op de kleine zaken die er meestal niet toe doen. Leer je kind het grotere plaatje te zien door uit te zoomen naar het groter geheel. Dit kan je doen door met hem in gesprek te gaan en de volgende vragen te stellen:

• Is het echt belangrijk?
• Wat is het ergste dat er kan gebeuren?
• Stel dat het gebeurt, overleef je het dan?
• Is het morgen nog een probleem? Of volgende week? Of over een jaar?

Maak aan je kind duidelijk dat controle een illusie is. Niemand kan alles altijd 100% controleren. Er gebeurt altijd wel iets dat hij niet onder controle zal hebben. Dit zijn niet altijd negatieve zaken. Integendeel het zijn dikwijls heel leuke momenten. Wanneer je kind alles onder controle wilt houden deze leuke momenten zal missen. Ga samen op ontdekkingstocht en plan eens geen dingen. Ga het onbekende tegemoet en geniet.